
Gisteren ging het bestuur en het team van Norminstituut Bomen op bedrijfsbezoek bij drie vooruitstrevende organisaties: Idverde Bomendienst, De Slijpkruik en Wageningen University & Research. Wat houdt deze partijen momenteel bezig? Welke uitdagingen komen ze tegen tijdens het werken met bomen? Het werd een dag van kennisdeling, reflectie én vooruitkijken.
Idverde Bomendienst
Idverde Bomendienst houdt zich bezig met boomtechnisch advies, boomverzorging, behandeling en het verplaatsen van bomen. Hun missie is helder: “Wij helpen bomen generaties verder.” Tijdens het bezoek ontstonden boeiende gesprekken over de toepassing van het Handboek Bomen. “We merken dat er steeds meer met het Handboek Bomen gewerkt wordt,” werd opgemerkt. Vooral het belang van een toekomstbestendige groeiplaats kwam nadrukkelijk naar voren. Een gezonde groeiplaats is cruciaal voor het succes van een boom, zowel boven als onder de grond.
Toch blijkt het in de praktijk lastig om bomen en hun groeiplaats écht goed te beschermen. Hoewel dit vaak in beleid wordt vastgelegd, kan beleid ook wijzigen. Een mogelijke oplossing? Juridische borging via het omgevingsplan.
Ook de Boom Effect Analyse (BEA) kwam aan bod. Die wordt volgens Idverde helaas vaak pas ingezet als het eigenlijk te laat is: “De BEA moet er komen, en een negatieve BEA betekent dan vaak dat de boom alsnog verdwijnt of er überhaupt nooit komt.” De vraag is dan ook: hoe kunnen we dit proces verbeteren en bomen eerder en beter in projecten meenemen?
De Slijpkruik
De Slijpkruik is een adviesbureau voor de buitenruimte, gespecialiseerd in groentechnisch en ecologisch advies. Hun focus verschuift steeds meer richting natuurontwikkeling. “De urgentie om natuur én bomen te behouden wordt steeds groter.’’
De Slijpkruik ontwikkelde onlangs een nieuwe ecologische schouw, een praktische methode om biodiversiteit meetbaar te maken. Bijvoorbeeld: hoe kan een plantvak meer ecologische waarde krijgen? Toch lopen ze ook tegen maatschappelijke perceptie aan: “Als je bermen of plantvakken hun gang laat gaan, is dat ecologisch heel goed, maar veel inwoners vinden dit een zooitje.”
Daarnaast houdt het bureau zich bezig met het inspecteren van boomholtes: zit er bijvoorbeeld een specht of marter in? Of is de holte geschikt als verblijf? Dan blijft de boom staan. Ook het in kaart brengen van boomkroonvolume gebeurt op innovatieve wijze: met GPS-metingen op boompunten.
Wageningen University & Research
Bij Wageningen University & Research kregen wij een inkijkje in het onderzoek van Marc Ravesloot: CSI Trees. Hij onderzoekt klimaatbomen voor de toekomst, nu het snel veranderende klimaat steeds meer druk legt op onze (inheemse) boomsoorten. Ze kunnen slecht tegen abiotische stressfactoren zoals langdurige droogte en extreme neerslagpieken.
Het onderzoek richt zich op het vinden van boomsoorten die bestand zijn tegen deze factoren én passen binnen ons leefklimaat. Ravesloot begint met een checklist van stressfactoren, zoekt daarbij passende boomsoorten en bekijkt vervolgens of deze bomen verkrijgbaar zijn binnen de EU. In een kas van de universiteit worden binnenkort de eerste praktijktests uitgevoerd. Wij kregen alvast een rondleiding tijdens het voorbereidende onderzoek.
Het bezoek afgesloten met een bezoek aan de indrukwekkende bibliotheek van Wageningen University, uiteraard werd daarna uitbundig nagepraat tijdens een gezamenlijk diner.
Een waardevolle dag
Het was een leerzame dag vol interessante discussies, kritische vragen en inspirerende inzichten. Een mooie gelegenheid om kennis te delen, uitdagingen te bespreken en samen te werken aan een toekomstbestendige, gezonde leefomgeving.